In de tijd dat Gerhardt opgroeit komt de fotografie in Nederland langzaam op gang. Vooral in de steden, maar ook hier en daar op het platteland, starten de eerste beroepsfotografen hun loopbaan. Ze trekken rond, als een soort kermisattractie, of ze werken vanuit een atelier.
Gerhardt Niestadt begint in 1858, als hij zestien is, te liefhebberen met fotografie. Op de kermis van Schagerbrug koopt hij een verrekijkertje waarmee hij zijn eerste camera in elkaar knutselt. De benodigde goud- en zilverbaden verkrijgt hij door munten te smelten. Vier jaar later maakt hij van zijn hobby een nevenberoep. Hij is immers kleermaker, net als zijn inmiddels overleden vader. Vanaf 1867 heeft hij met broer Wilhelm Diederich een foto-atelier: Gebroeders Niestadt, St. Maartensbrug.

Gerhardt trouwt in 1870 en het jonge paar vestigt zich in Dirkshorn, waar hij een eigen foto-atelier begint. Voor agrariërs was het toen een economische bloeiperiode en er was geld voor luxe nieuwigheden zoals een portretfoto. In 1891 trekt Gerhardt naar Schagen waar hij een foto-atelier annex kleermakerij opent in wat nu de Molenstraat heet. In 1898 doet hij de fotozaak over aan zijn jongere broer Wilhelm. De technisch begaafde Gerhardt - hij ontwikkelde een toen unieke driekleurencamera en een eigen telefoontoestel - gaat naar Delft.