Grofweg zijn er in het Frankrijk van de negentiende eeuw zes toonaangevende fabrieken. Het gaat om grote bedrijven met 200 tot 400 arbeiders. Aan de Maas, min of meer in het gebied waar de pijpaarde wordt gedolven, zijn in het grensplaatsje Givet in de Franse Ardennen de firma’s Gambier en Blanc-Garin gevestigd. De firma’s Fiolet en Duméril hebben Saint-Omer in het Departement Pas-de-Calais als vestigingsplaats; verder vinden we bedrijven in Lille, Rennes en Montereau.

Elke fabriek heeft zijn eigen karakteristieken, zowel in themakeuze als in vormgeving. Omdat de bescherming van ontwerpen nog niet goed geregeld is, wordt veelvuldig van elkaar gekopieerd. Door de merktekens die de bedrijven uit trots voor hun product plaatsten weten we goed welke fabriek wat maakte. Een andere belangrijke bron voor onze kennis van de Franse pijpenmakerijen vormen de gedrukte catalogi - modellenboeken waarmee vertegenwoordigers bestellingen opnamen bij winkeliers. Dit reclamedrukwerk is tegenwoordig uitermate zeldzaam. Het Amsterdam Pipe Museum heeft in de loop van de jaren toch enkele van deze modellenboeken getraceerd en voor de collectie verworven.

<< Terug