Een persoon die als het ware in het brandpunt van deze politieke en economische ontwikkelingen stond, was de generaal J.B. van Heutsz (1851-1924). Hij was de onderwerper van Atjeh en, daarna, gouverneur-generaal van Nederlands-Indië van 1904 tot 1909. Deze ‘houwdegen’ werd door de militairen op handen gedragen. Hoewel hij als gouverneur-generaal een man van bezuinigingen was, werden tijdens zijn ambtstermijn toch ook maatregelen genomen die een duidelijke ethische signatuur droegen. Tijdens het bewind van deze no-nonsense figuur expandeerde het bedrijfsleven stormachtig.

De digitale les bij deze collectie is geheel gewijd aan Van Heutsz en het imperialisme van die tijd, met zijn onderdrukkende en ethische aspecten.